Inbouwspots

Begin met het verzamelen van alle benodigde materialen: de inbouwspots zelf, eventuele transformatoren (voor 12V spots), aansluitklemmen, geschikte boor (gatzaag), meetlint, potlood en een spanningszoeker. Controleer alle onderdelen op volledigheid en beschadigingen. Schakel vervolgens altijd de stroomtoevoer naar het betreffende circuit volledig uit via de zekeringkast. Gebruik een spanningszoeker om absoluut zeker te zijn dat er geen stroom meer op de draden staat. Dit is cruciaal voor je veiligheid.

Bepaal zorgvuldig de gewenste posities voor de inbouwspots in het plafond of de wand. Houd rekening met gelijke afstanden voor een mooie verdeling. Markeer de exacte boorpunten met een potlood. Meet de zaagmaat van de inbouwspot (meestal vermeld op de verpakking of in de handleiding) en kies de juiste gatzaag. Controleer of er voldoende inbouwdiepte beschikbaar is achter het plafond en of er geen balken, leidingen of isolatiemateriaal in de weg zitten.

Boor voorzichtig de gaten op de gemarkeerde plekken met de gekozen gatzaag. Werk nauwkeurig om scheuren of beschadigingen aan het plafond te voorkomen. Zorg ervoor dat de gaten schoon en strak zijn afgewerkt.

Trek de elektriciteitsdraden door de geboorde gaten. De aansluitmethode hangt af van het type spot:

• Voor 230V inbouwspots: Sluit de bruine draad (fase) aan op de L-aansluiting van de spot, de blauwe draad (nul) op de N-aansluiting, en de geel/groene draad (aarde) op de aardeaansluiting (indien aanwezig). Gebruik geschikte kroonsteentjes of lasklemmen om de verbindingen veilig en stevig te maken.
• Voor 12V inbouwspots (laagspanning): Sluit eerst de 230V voedingskabel aan op de ingangszijde van de transformator (vaak met 'Input' of '230V' gemarkeerd). Let op fase (L), nul (N) en aarde. Sluit vervolgens de 12V-draden van de transformator (vaak met 'Output' of '12V' gemarkeerd) aan op de inbouwspot. Polariteit is bij 12V LED-spots vaak belangrijk; let op + en -. De transformator wordt meestal in het plafond boven de spot geplaatst, zorg dat deze niet direct op brandbaar materiaal rust en voldoende ventilatie krijgt.

Duw de elektrische draden en, indien van toepassing, de transformator voorzichtig door het gat het plafond in. Let erop dat de draden niet klem komen te zitten. Vouw de klemveren aan de zijkant van de inbouwspot naar achteren en schuif de spot rustig in het gat. De klemveren zullen vanzelf weer naar voren klappen en de spot stevig op zijn plaats houden. Zorg ervoor dat de spot vlak en netjes in het plafond zit.

Controleer nogmaals of alle elektrische verbindingen correct en stevig zijn. Schakel de stroomtoevoer weer in via de zekeringkast. Activeer de schakelaar en controleer of alle inbouwspots correct functioneren en de gewenste lichtopbrengst hebben. Als je dimbare spots hebt geïnstalleerd met een compatibele dimmer, test dan ook de dimfunctie. Als alles naar behoren werkt, ben je klaar.